Op 27 september 2019 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de kwestie rondom rookruimtes. De beslissing? Alle rookruimtes in de Nederlandse horeca moeten per direct sluiten. Voorheen waren rookruimtes de enige plaats in een kroeg of restaurant waar men sinds het rookverbod van 2008 nog een sigaretje op mocht steken. Door het oordeel van de Hoge Raad is de enige uitzondering op deze regel nu definitief verleden tijd.
Clean Air Nederland (CAN), die de belangen van alle Nederlandse niet-rokers behartigt, spande in 2016 een zaak tegen de Staat aan. In hoger beroep bij het gerechtshof kreeg CAN al eerder hun gelijk. De Staat legde de zaak voor aan de Hoge Raad om een definitief oordeel te geven over de uitzondering van de rookruimtes in de horeca. De Hoge Raad verwees naar zijn eerdere uitspraak uit 2014 tussen dezelfde partijen waarin was bepaald dat de uitzondering op het rookverbod voor kleine cafés al in strijd was met het WHO-verdrag. In de laatste uitspraak stelt de Hoge Raad vast dat dit oordeel geldt voor alle horeca-inrichtingen. Er bestaat dan ook geen ruimte voor enige uitzondering op het rookverbod, omdat volgens het WHO-verdrag alle horeca-inrichtingen ‘indoor public places’ zijn en er geen veilige mate van blootstelling aan tabaksrook bestaat. Voor een effectieve bescherming moet iedere vorm van blootstelling aan tabaksrook worden uitgesloten. De Hoge Raad is bovendien van oordeel dat de Staat al voldoende tijd heeft gehad om maatregelen in te voeren sinds het WHO-verdrag op 27 april 2005 voor Nederland in werking is getreden.
CAN is natuurlijk blij met deze uitspraak, maar er is ook kritiek. De Branchevereniging Horeca Nederland vindt dat de horecaondernemers opnieuw erg zwaar getroffen worden. Eerst naar aanleiding van het rookverbod in 2008, toen de uitbaters zich gedwongen zagen om duizenden euro’s te investeren in rookruimtes. Zij zien nu niet alleen deze investeringen in rook opgaan, maar krijgen ook nog eens te maken met nieuwe verbouwingskosten. Koninklijke Horeca Nederland pleitte vorig jaar al voor financiële compensatie voor investeringen die ze hebben gedaan. Het is echter nog maar de vraag of er daadwerkelijk een vergoeding komt.
Hoe zit het dan met de afspraken die zijn gemaakt met staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid) zoals opgenomen in het Nationaal Preventieakkoord? Volgens deze afspraken zouden rookruimtes pas met ingang van 1 juli 2022 verboden worden. Dit leek een mooie gedachte om op die manier de horecagelegenheden langer de tijd te bieden om op zoek te gaan naar een passende oplossing. Met deze maatregel ingaande per 2022 zouden de financiële gevolgen ook vele malen minder ingrijpend zijn geweest, doordat de uitbaters meer tijd zouden hebben om de niet misselijke investering van gemiddeld 12.500 euro per rookruimte terug te verdienen.
Naast het oordeel van De Hoge Raad dat de Staat al méér dan voldoende tijd heeft gehad voor het afschaffen van de uitzondering voor rookruimtes, is de Hoge Raad ook van mening dat deze uitzondering en het tabaksontmoedigingsbeleid niet kan worden gezien als een tijdelijke overgangsmaatregel. Kennelijk heeft het Nationaal Preventieakkoord in dit kader dan ook weinig tot geen toegevoegde waarde.
Conclusie: geen overgangsperiode tot 2022 en dus geen nader uitstel, maar een direct verbod op rookruimtes. Toch heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit aangegeven in de komende weken in ieder geval nog niet te controleren of de horeca zich aan het verbod op rookruimtes houdt. “Handhaving van het verbod is praktisch niet van de ene op de andere dag in gang te zetten”, laat Blokhuis aan de Tweede Kamer weten.
Er lijken zelfs nog meer maatregelen aan te komen. Zo wordt er momenteel onder meer gesproken over een rookverbod op terrassen. Voorlopig is het vuurtje dus nog niet gedoofd en kunnen we rekenen om nog meer nadere ontwikkelingen ten aanzien van het rookverbod. Uiteraard houden wij u op de hoogte!